De heilige Damaris van Athene – zoektocht naar een vergeten leven

Dit artikel is een bijdrage van Arco den Heijer, onderzoeker aan de Theologische Universiteit Kampen.

Vandaag is in het kerkelijk jaar van de Grieks-Orthodoxe kerk de feestdag van de heilige Damaris van Athene. In de rooms-katholieke kerk geldt zij niet als heilige en heeft ze ook geen feestdag. Dat is tekenend voor de herinnering aan Damaris: de kerkelijke traditie noemt haar vrijwel alleen als ‘de vrouw van’: de vrouw van Dionysius de Areopagiet, die tot geloof kwam nadat hij Paulus had horen spreken in het hof van de Areopagus in Athene. Ook haar feestdag in de oosterse kalender is afgeleid van die van haar man, die op 3 oktober herdacht wordt. De summiere overleveringen die er over Damaris zijn, staan in schril contrast tot de uitgebreide legendes over Dionysius. In deze gastblog wil ik haar echter uit de schaduw van haar man halen, om de herinnering levend te houden aan deze bijzondere vrouw van wie de Bijbel alleen de naam bewaard heeft.

Wie was Damaris?

Damaris wordt genoemd in Handelingen 17:34. Nadat Paulus op uitnodiging van een groep filosofen zijn leer uiteengezet heeft in de Areopagus, een befaamd gerechtshof op een heuvel in Athene, vermeldt Lucas – de vermoedelijke auteur van Handelingen – uiteenlopende reacties. “Toen ze over de opstanding der doden hoorden, begonnen sommigen te spotten, maar anderen zeiden: ‘We zullen u hierover ook een volgende keer horen.’ Dus vertrok Paulus uit hun midden. En enkele mannen sloten zich bij hem aan en geloofden. Onder hen waren ook Dionysius de Areopagiet en een vrouw met de naam Damaris en anderen met hen.” (Handelingen 17:32-34)

De afgelopen jaren ben ik bezig geweest met promotieonderzoek aan de Theologische Universiteit in Kampen. Ik heb gekeken hoe Paulus’ optreden beschreven wordt in Handelingen, en daarvoor vijf episodes uit dit Bijbelboek uitgelicht voor een gedetailleerde analyse. Eén van die episodes is Handelingen 17:16–34, waarin Paulus’ optreden in Athene centraal staat. Bij mijn onderzoek stuitte ik dus ook op Damaris. De vermelding van haar naam prikkelt de verbeelding. Wie was zij? Wat bracht haar naar de Areopagus? Waarom noemt Lucas speciaal deze vrouw bij naam? Hoe draagt de vermelding van Dionysius en Damaris als leerlingen van Paulus bij aan het portret van Paulus’ optreden in deze episode? Ik las eerdere studies over deze Bijbeltekst en vond uiteenlopende voorstellen.

De vrouw van Dionysius?

Dat Damaris de vrouw was van Dionysius, is een gedachte die voor het eerst opduikt bij Johannes Chrysostomus, een beroemd christelijk prediker uit de 4e eeuw na Christus. Kort daarna schrijft Ambrosius van Milaan hetzelfde. Daarna wordt het gemeengoed in de christelijke traditie. De Legenda Aurea, een beroemde verzameling heiligenlevens, geeft een uitgebreide levensbeschrijving van Dionysius. Hij zou door de wereldwijde zonsverduistering bij Jezus’ kruisiging aan het denken zijn gezet en een altaar voor ‘de onbekende God’ hebben laten bouwen. Toen Paulus naar Athene kwam om de identiteit van deze onbekende God te onthullen, sloot hij zich bij hem aan, met zijn vrouw Damaris en zijn hele huis – de “anderen met hen” uit Handelingen 17:34 worden uitgelegd als het huishouden van Dionysius. Na zijn bekering schreef hij filosofische werken (in de late oudheid heeft een christelijke neo-Platonist een reeks verhandelingen geschreven onder het pseudoniem van Dionysius de Areopagiet), werd bisschop van Athene, ging naar Rome en werd vanuit Rome naar Parijs gestuurd, waar hij onder het bewind van keizer Domitianus een spectaculaire marteldood stierf samen met enkele van zijn leerlingen.

Aldus dit middeleeuwse heiligenleven. De Bijbel zelf zegt over Dionysius weinig meer dan over Damaris – Lucas vermeldt alleen dat Dionysius een Areopagiet was, een lid van de orde van hoge magistraten in Athene die recht spraken in de Areopagus. Terwijl zich rond de persoon van Dionysius allerlei legendes vormden, werd Damaris slechts herinnerd als iemand die haar man volgde in zijn bekering tot het christendom. Maar klopt dit?

Courtisane of filosofe?

De tekst van Handelingen noemt Damaris echter niet “zijn vrouw”, maar “een vrouw”. Er is niets in de tekst dat wijst op een relatie tussen Dionysius en Damaris, in welke vorm dan ook. De tekst noemt eenvoudigweg de namen van een man en een vrouw uit de groep ‘mannen’ die zich bij Paulus aansloten. Wat deed zij eigenlijk als vrouw op de Areopagus?

Volgens één interpretatie was Damaris mogelijk een hetaira, een vrouw van buiten Athene die als intellectueel en seksueel metgezel van Atheense mannen deelnam aan het sociale leven, in tegenstelling tot de wettige echtgenotes, die strikt binnenshuis bleven. Deze courtisanes speelden een belangrijke rol in het klassieke Athene van de vijfde en vierde eeuw voor Christus. Maar in de eerste eeuw was de Atheense maatschappij onder invloed van Rome veranderd. Getrouwde vrouwen uit de elite kregen meer zelfstandigheid en bewegingsvrijheid, en hetairen spelen niet meer zo’n grote rol. En eigenlijk is er niets in de tekst dat er op wijst dat we ons Damaris als hetaira moeten voorstellen.

Een andere interpretatie is dat zij op de Areopagus was als deel van de groep filosofen die Paulus daarheen hadden gebracht om zijn leer uiteen te zetten. Er waren in die tijd ook vrouwen die zich aansloten bij een filosofische school. Als Damaris zo’n filosofe was, zou dat haar aanwezigheid op de Areopagus verklaren. Toch vestigt Lucas daar niet de aandacht op. Ook bij Dionysius vermeldt hij niet of hij filosoof was en bij welke richting hij dan hoorde. Hij benoemt wel dat hij een ‘Areopagiet’ was, een lid van een aloude bestuurdersklasse, van de elite van Athene. Het ligt voor de hand dat dan ook Damaris vooral vanwege haar sociale status met name genoemd wordt. De tekst geeft geen uitsluitsel over de vraag of zij filosofe was, of gewoon een toevallige toehoorder van Paulus’ rede.

Een portret van een vrouw uit de elite, midden eerste eeuw: een tijdgenoot dus van Damaris. Gevonden in Pompeii.

Een voorname vrouw, zoals er meer waren in de vroege kerk

Haar vermelding naast Dionysius suggereert dus dat Damaris een vrouw van aanzien was. Ook haar naam wijst in die richting. Uit inscripties blijkt dat de naam Damaris voorkwam in aristocratische families in Sparta. Daarmee past Damaris in een terugkerend motief in Handelingen. Met betrekking tot Paulus’ onderwijs in de synagoge van Berea lezen we bijvoorbeeld: “Velen uit hen geloofden, ook voorstaande Griekse vrouwen, en van de mannen niet weinig” (Handelingen 17:12). De Nieuwe Bijbelvertaling plaatst gek genoeg de mannen voorop, maar in alle Griekse handschriften worden hier de vooraanstaande vrouwen als eerste vermeld. Waarom was Lucas geïnteresseerd in het geloof van voorname vrouwen?

Voorname maar vergeten vrouwen

Deze vraag is het onderwerp van een studie van Shelly Matthews, die hierop promoveerde bij de bekende feministische theoloog Elizabeth Schüssler Fiorenza. Zij wijst op inscripties waaruit blijkt dat rijke vrouwen inderdaad relatief vaak optraden als weldoener van groepen die een buitenlandse god vereerden: aanhangers van de Egyptische Isis-cultus, of Joden die op Sabbat samenkwamen om de Torah te lezen. Deze vrouwen stelden hun huis beschikbaar voor samenkomsten of gaven financiële steun. Wanneer Joden en christenen aan de Grieks-Romeinse samenleving duidelijk willen maken dat er niets verdachts is aan hun samenkomsten, wijzen ze graag op de steun van deze voorname vrouwen. Vandaar dat ook Lucas het geloof van deze vrouwen benadrukt.

Shelly Matthews plaatst ook twee kritische kanttekeningen bij deze retorische strategie. Ten eerste zorgt Lucas’ aandacht voor het geloof van vrouwen van stand ervoor dat hij weinig vertelt over de rol van vrouwen uit lagere klassen. In werkelijkheid waren christenen waarschijnlijk hoofdzakelijk uit de lagere klassen afkomstig en telden slechts enkele leden van de elite. Ten tweede is Lucas relatief terughoudend als het gaat om de actieve rol die vrouwen in christelijke gemeenschappen konden hebben. Lucas vermeldt weliswaar dat Filippus vier dochters had die profeteerden (Handelingen 21:9) en dat “Priscilla en Aquila” de geleerde Jood Apollos nader onderwezen in de weg van God (Handelingen 18:26), waarbij in de oudste handschriften Priscilla eerst genoemd wordt. Maar het leeuwendeel van de mensen die in Handelingen het goede nieuws uitdragen zijn mannen.

Het lot van Damaris

De actieve rol van vrouwen was dan ook controversieel in de vroege kerk. Dat blijkt ook uit de apocriefe Handelingen van Paulus (late tweede eeuw n.Chr.), waarin verteld wordt hoe Thecla een volgeling van Paulus werd en uiteindelijk door Paulus werd uitgezonden om het evangelie te verkondigen. De auteur van dit werk, een oudste in klein-Azië, werd uit zijn ambt gezet omdat hij ten onrechte Paulus zou hebben beschreven als iemand die vrouwen toestond te onderwijzen en te dopen. Aldus de kerkvader Tertullianus, een fel tegenstander van doopbediening door vrouwen (De Baptismo 17.5). Lucas is minder uitgesproken. Vrouwen profeteren en onderwijzen in zijn boek, maar hij vestigt er weinig aandacht op. We zouden graag weten welke rol Damaris speelde in de jonge gemeente van Athene, maar we zullen het nooit weten. Het enige dat we wel weten is dat Lucas haar belangrijk genoeg vond om haar bij name te noemen onder de groep mannen die zich in Athene aansloten bij Paulus.

Het lot van Damaris is exemplarisch voor dat van veel ‘vrome vrouwen en heilige herrieschoppers’ die in de geschiedenis belangrijk werk hebben gedaan in het koninkrijk van God, maar die in de herinnering overschaduwd zijn door verhalen over mannen. Het is mooi dat Gertine dit met haar blog probeert recht te zetten, zodat vrouwen vandaag zich kunnen laten inspireren door vrouwen uit het verleden en zodat mannen ontdekken hoe onterecht het is om aan theologie van mannen (onbewust) meer gewicht toe te kennen dan aan theologie van vrouwen. Ik ben blij dat ik met deze gastblog daar een kleine bijdrage aan heb kunnen leveren.

Schilderij gebaseerd op een pentekening van Raphael; je ziet Damaris als jonge vrouw naast Dionysius staan.